Rijke boerenkoolstamppot met spekjes en rookworst is een stevige maaltijd voor de natte en kille Herfst- en Wintermaanden. Binnen een half uur heb je dit traditionele, gezonde gerecht op tafel staan.
Schil de aardappelen, snijdt doormidden en laat 15 minuten koken in een ruime pan met water. Als de aardappelen 10 minuten hebben gekookt voeg je de fijngesneden boerenkool toe en laat die nog 5 minuten meekoken.
Schil de sjalotten en snijdt in dunnen ringen. De knoflook schil je en hak fijn. Van de zoete puntpaprika’s snijd je de steel af, snijdt in de lengte doormidden, verwijder de zaadlijsten en hak in kleine stukjes.
In een bakpan verhit je wat olie of boter en fruit daar de sjalotten, zoete puntpaprika’s en knoflook in. Als de sjalotjes wat glazig zien, voeg je de spekreepjes toe en laat 10 minuten bakken.
In een andere pan leg je de rookworst en verhit in water (kijk op de verpakking naar bereidingswijze). Let op het water mag niet koken! Als de aardappelen en boerenkool voldoende gekookt zijn, giet je het water af en doe de aardappelen en boerenkool terug in de ruime pan.
Voeg hier je mengsel met spekreepjes bij. Inclusief het bakvocht. Daarover giet je een ½ glas melk en voeg nog een klontje boter toe. Pureer het geheel nu met een stamper tot een mooie egale massa.
Giet het hete water van de rookworst af en snijdt in schijfjes. De rookworst kun je over de boerenkoolstamppot garneren of apart serveren. Eet smakelijk!